usa la cleta

usa la cleta

donderdag 14 juli 2011

Se me piantó un lagrimón

Het leek de meezingversie van The Sound of Music wel, mijn laatste milonga voor de kerstvakantie. Eén van de heren zong hardop alle teksten mee terwijl hij zijn partner over de dansvloer schoof. Op wat opgetrokken wenkbrauwen en gesmoorde hilariteit na, leek iedereen redelijk onverstoorbaar verder te dansen. Behalve ik dus, want ik werd door deze olijkerd lelijk van de wijs gebracht.

In opperste concentratie, ben ik tijdens een tango blind en doof voor een overdaad aan informatie. Opmerkingen van danspartners over een mooie melodie of tekst kan ik nooit beamen; beide heb ik simpelweg niet gehoord. Al dansend voel ik het ritme en volg ik elke beweging, maar vraag me na afloop niet om mee te praten over de muziek. Die is niet tot mijn bewustzijn doorgedrongen. Door de zingende stoorzender kon ik me niet concentreren. Gelukkig was de dansvloer groot genoeg...

Echt van tangomuziek genieten, betekent voor mij dus niet dansen, maar zitten en luisteren. En voelen. Tot tranen toe geroerd was ik, de eerste keer. Het was mei 2008 ik was een half jaar op reis in Zuid-Amerika. Peru stond op het programma, Bolivia, Brazilië en Argentinië. Rio de Janeiro, Buenos Aires… legendarische plaatsen waar ik geweest wilde zijn. De vrijdagavond van aankomst in Buenos Aires verdween mijn gastheer naar een feest waarvoor ik niet genodigd was. Noodgedwongen zocht ik mijn eigen vertier. Dansen wilde ik, tot de dageraad.
De salsaclub vol vrolijke Caribische klanken bood genoeg gegadigden om de heupen eens lekker los te gooien. Ene Alberto vroeg me een paar keer ten dans en stelde zich na afloop voor als Argentijns-Spaanse zigeuner en muzikant. Bandoneon en contrabas speelde hij, bij Tango Porteño, één van de grootste tangoshows van Buenos Aires. Ik had er geen verstand van, twijfelde tussen versiertruc en interessantdoenerij. Hij bood aan me thuis te brengen. Ik had werkelijk geen idee waar ik was of waar ik precies woonde en ging achterop de motor klimmen bij een onbekende in een stad als Buenos Aires... Mamamia, ik had wel eens minder onverstandige dingen gedaan! Des te intenser genoot ik van de onverwachte avontuurlijke rit door de donkere stad. Alberto bleek een echte heer, bracht me veilig thuis en nodigde me uit voor de show de volgende avond. Hij had zelf een avondje vrij, maar zijn broer – genoeg muzikale genen in de familie - zou viool spelen. Ik diende me die avond aan op Cerrito 570 in de meest elegante kleding die mijn reisgarderobe rijk was. Er was geen woord gelogen van het hele verhaal: ik was inderdaad welkom als gast aan de muzikantentafel, en werd als een prinses behandeld.

Het werd een weergaloze maar ook lichtelijk weemoedige avond. De tango greep me aan. Als betoverd, kon ik slechts stilletjes zitten en mijn zintuigen de kost geven. Alberto veegde af en toe een traan van mijn wang. Die avond, al besefte ik dat toen nog niet, was de opmars naar één van de belangrijkste beslissingen van mijn leven. De zigeunermuzikant verdween zonder een spoor uit mijn leven, maar Buenos Aires en haar tango mochten voor altijd blijven.

(Deze column werd in het winternummer 2011 van het Nederlandse tangotijdschrift La Cadena gepubliceerd).

Geen opmerkingen: