usa la cleta

usa la cleta

zaterdag 15 december 2012

De vragen van 2012


Heb je er echt 101?
Een allerschattigst jongetje bij de lift in het appartementencomplex van mijn Italiaanse vriend Marco, waar ik drie weken op de Dalmatiërs paste. Het zijn twee prachtexemplaren van honden en ik verzorg ze met alle plezier. Maar 101?! En dan twee aan twee uitlaten, stel je voor.

Wie van jullie is die Nederlandse?
De Weledelzeergeleerde Professor Mario Marino na zijn eerste college Fisiologie, de dag dat Argentinië en Nederland in het strijdperk traden voor het hockeygoud op de Olympische Spelen. Hij wilde na afloop van zijn college weten wie de Holandesa was van de twee Europese dames op de voorste rij (mijn Duitse studiegenote Maxi en ik), om me eraan te herinneren dat de strijd later die dag in alle hevigheid los zou barsten. Als we wonnen hadden ze liever niet dat ik me de week erop zou vertonen :) Ik mocht de afgelopen maanden graag luisteren naar de colleges van de meest charmante hoogleraar van de faculteit (met bijbehorende reputatie…). Zijn eerstvolgende legendarische uitspraak, toen we elkaar weken later - zilveren hockeyverdriet inmiddels vergeten - eens spraken: “Ik heb nog sperma uit Nederland”. Ehm... ok!?!? Hij fokt paarden en is erg geïnteresseerd in het Nederlandse warmbloedpaard. Vandaar.

Kun je het even opschrijven?
De oudste professor van Biochemie, Dra. Martha Beconi, tijdens mijn mondeling eindexamen Biochemie. Ik trof het die dag: ik mocht deze eminence grise die de pensioengerechtigde leeftijd al jaren geleden bereikt heeft, onderhouden met mijn kennis van de citroenzuurcyclus en alle andere processen in de energiehuishouding van onze cellen. Achteraf hoorde ik dat de vakgroep de schade probeert te beperken wat haar inmenging betreft, maar ze behoudt zich nog steeds het recht voor mondelinge examens zonder adjudant af te nemen. Ik had niet gedacht dat daar pen en papier aan te pas zouden komen. Ineens besefte ik dat ze doof is en me simpelweg niet begreep. Paniek!! Na 15 minuten non-communicatie kwam ik met de schrik en een zeventje vrij…

Wat vind je van “chicos”?
54-Jarige Argentijnse date tijdens een etentje in een knus restaurant in Palermo. Chicos? Enigszins verrast begon ik te denken aan zijn 27-jarige soortgenoten die ik zo nu en dan in kroeg of disco achter me aan krijg, die na een paar zinnen of danspassen met geopende muil de aanval openen en ongegeneeerd hun tong achter in mijn keel proberen te proppen. Ik schatte echter in dat mijn tafelgenoot van de geldende disco- annex meatmarket-mores weinig weet zou hebben en probeerde voorzichtig een politiek correct antwoord te formuleren. Fout!! Hij vroeg niet naar mijn ervaringen met de concurrentie maar naar mijn kinderwens! Inwendig schaterde ik het uit om de totaal tegenstrijdige associaties die dat ene woord opriep. Meneer was toe aan een tweede leg en had mij uitverkoren deze uit te broeden? Dacht met zijn vraag dit heikele onderwerp nog voor het toetje even tactisch af te tikken? De wederzijdse interpretatiefout was tekenend voor onze niet-corresponderende communicatiestijlen. Gedoemd te mislukken deze date…

WAAROM HIER?
Met stip de mij meest gestelde en eeuwig terugkerende vraag, van vele Argentijnen. Zo vaak, dat ik het standaardantwoord al een beetje beu begin te worden. Maxi en ik hebben een mini-competitie “Het Origineelste Antwoord op de Minst Originele Vraag”. Maxi wint meestal, die blinkt uit in het verzinnen van bizarre antwoorden. Niemand kan zich voorstellen waarom wij in godsnaam hier willen studeren. Ik heb al eerder geschreven over het nationale minderwaardigheidscomplex van de Argentijnen (zie mijn blog Hulde). Wie uit Europa komt wordt op een voetstuk gezet, Europa is het paradijs (crisis of niet). Op 8 november jl. was er een enorme demonstratie, halverwege 2012 begonnen echter de eerste protesten al (zie mijn blog Enjoy the ride).



*** Blog herschreven als column voor tangotijdschrift La Cadena ***


“Wie van jullie is de Holandesa?”
vraagt de Weledelzeergeleerde Professor Mario Marino na afloop van zijn eerste college Fysiologie, de dag dat Argentinië en Nederland het strijdperk betraden voor het Olympisch hockeygoud. Hij wilde graag weten wie van de twee Europese dames op de voorste rij (mijn Duitse studiegenote Maxi en ik) hij er aan moest herinneren dat de strijd later die dag in alle hevigheid zou losbarsten. Ik mag graag luisteren naar de colleges van de meest charmante hoogleraar van de faculteit, met bijbehorende reputatie… Zijn eerstvolgende legendarische uitspraak toen we elkaar weken later – zilveren hockeyverdriet inmiddels vergeten – spraken: “Ik heb nog sperma uit Nederland”. Ehm...?? Hij blijkt paarden te fokken en heeft veel bewondering voor het Nederlandse warmbloedpaard. Vandaar.

“Heb je er echt 101?”
vraagt een allerschattigst jongetje bij de lift in het appartementencomplex van mijn Italiaanse vriend Marco in Recoleta, waar ik drie weken op zijn Dalmatiërs paste. Het zijn twee prachtexemplaren van honden en ik verzorg ze met alle plezier. Maar 101?! En dan twee aan twee uitlaten, stel je voor.

“Kun je het even opschrijven?”
verzoekt de oudste professor van Biochemie, Dra. Martha Beconi, tijdens mijn mondeling eindexamen. Ik trof het die dag: ik mocht deze eminence grise, die de pensioengerechtigde leeftijd jaren geleden al passeerde, onderhouden met mijn kennis van de citroenzuurcyclus en de energiehuishouding van onze cellen. Achteraf hoorde ik dat de vakgroep de schade probeert te beperken wat haar inmenging betreft, maar ze behoudt zich nog steeds het recht voor examens zonder adjudant af te nemen. Pen en papier leken me onnodige accessoires tijdens een mondeling. Door haar vraag besefte ik me dat ze doof is en me simpelweg niet begreep. Paniek! Na vijftien minuten non-communicatie kwam ik met de schrik en een zeventje vrij…

“Wat vind je van chicos?”
knipoogt een 54-jarige Argentijn tijdens een etentje in een knus restaurant in Palermo. Chicos? Enigszins verrast moest ik denken aan zijn 27-jarige soortgenoten die na een paar zinnen of danspassen in kroeg of disco, met geopende muil de aanval openen en ongegeneerd hun tong achter in mijn keel proberen te proppen. Ik schatte in dat mijn tafelgenoot na twintig jaar huwelijk van de geldende meatmarket-mores weinig weet zou hebben, en probeerde voorzichtig een antwoord te formuleren. Fout! Hij vroeg niet naar mijn ervaringen met de concurrentie, maar naar mijn kinderwens. Inwendig schaterde ik het uit om de totaal tegenstrijdige associaties die dat ene woord opriep. Meneer was blijkbaar toe aan een tweede leg en had mij uitverkoren deze uit te broeden? De wederzijdse interpretatiefout was tekenend voor onze incompatibele communicatiestijlen. En tango dansen kon ‘ie ook al niet. Gedoemd te mislukken, deze dwaze date…

“WAAROM HIER??”
Met stip de meest gestelde en eeuwig terugkerende vraag. Maxi en ik doen een onderlinge competitie “Het Meest Originele Antwoord op de Minst Originele Vraag” omdat we het standaardantwoord een beetje beu zijn. Maxi wint meestal, die blinkt uit in het verzinnen van bizarre antwoorden. Niemand kan zich voorstellen waarom wij in godsnaam hier willen studeren, want – crisis of niet – Europa is het paradijs. De vraag doet me altijd weer realiseren hoe enorm bevoorrecht we zijn. Geboren te zijn in een vrij en welvarend land is voor ons zo vanzelfsprekend, maar eigenlijk heel uitzonderlijk.

Geen opmerkingen: