Juni 2012. Er lijkt een kleine
exodus op gang gekomen vanuit Buenos Aires. Zodra de boodschappen, het biertje in
de kroeg en een hap eten-buiten-de-deur duurder dreigen te worden dan in eigen
land, mort het expatvolk. Wie niet vanwege familie, werk of studie hier
gebonden is, maakt zijn afweging. Een vriendin van me gaat terug naar Nederland,
om daar met haar Argentijnse echtgenoot een nieuw bestaan op te bouwen. Haar
spaargeld laat ze echter hier maar op de bank staan. Zoveel pesos kon ze aan
haar Nederlandse bank niet slijten. “Het is net Eftelinggeld”, verzuchtte ze:
zodra je het terrein verlaat is het niets meer waard.
Pretpark Argentinië lijkt
minder en minder in trek. In het sprookjesbos valt er nog geen onraad te
bespeuren: als je op een paddenstoel gaat zitten komt er nog steeds de
prachtigste tangomuziek uit. Er zijn watervallen, enorme gletsjers en prachtige
landschappen te bewonderen. Er worden mooie potjes polo gespeeld, en veel
voetbal. Maar de slagboom zit aardig op slot. De directie van het pretpark ziet
er op toe dat u consumeert wat er binnen de poorten verkocht wordt. Te betalen
in de munteenheid van het park. Om de economie tegen leegloop te beschermen is er
een enorme de-dollarisering op touw gezet. Bedenk goed wat je met je laatste dollar
doet, want ze zijn al maanden niet meer te krijgen. Slechts met toestemming van
de AFIP (de belastingdienst), kun je er aan komen. Mits je aannemelijk kunt
maken dat je het geld waarmee je ze wilt kopen op belastingvriendelijke wijze
verzameld hebt. Gevolg: een uitgebreide zwarte markt waar een dollar inmiddels
meer waard is dan een euro. De presidente van het pretpark moest deze week tandenknarsend
toegeven dat ze nog ergens een slordige 3 miljoen dollar op een bankrekening
had staan. Auw. Dat wordt pesificeren (nieuw Argentijns woord voor het omzetten
van buitenlandse valuta in pesos).
Mensen die het bordje
UITGANG hadden ontdekt (de gegoede middenklasse en hoger, die goed voor
zichzelf kunnen zorgen en een ruime buffer op de bank hebben staan) protesteerden
deze week met een zoveelste cacerolazo.
Dat is een vreedzame manier van demonstreren waarbij men zoveel mogelijk lawaai
probeert te maken, bijvoorbeeld door met een pollepel op potten en pannen slaan.
Waren de eerste versies nog een beetje besmuikt vanaf de balkons in de betere
wijken, bereikte deze inmiddels het plaza de Mayo in volle openbaarheid. Voor
degenen die hun design-pannen niet aan een dergelijke brute behandeling wilden
onderwerpen was er inmiddels een app beschikbaar voor de smartphone. Flink
schudden dan komt er een hoop herrie uit. We leven in een democratie dus iedereen
mag op zijn manier opkomen voor zijn rechten. Op internet werd het gebeuren echter
volledig belachelijk gemaakt. Wie demonstreert om voedsel, onderwijs, vrijheid,
gerechtigheid of werk, kan rekenen op begrip. Wie strijdt voor het recht om over
dollars te kunnen beschikken zonder de belastingdienst te informeren waar het
geld vandaan komt, kan dat duidelijk niet.
Behalve cacerolazos hadden we de overname van YPF,
aanhoudende nationale territoriumdriften rond de Malvinas, een frauderende maar
onaantastbare vice-president, de metro in Buenos Aires die van “niemand” is… never a dull moment. Of, om in
pretparktermen te blijven, riemen vast en enjoy
the ride. De komende weken heb ik vakantie, tijd om mijn ticket naar winterpretpark
Nederland te boeken. Eens bedenken of mijn maag nog een rondje achtbaan
Argentinië kan verdragen.
"Enjoy the ride" verscheen in mijn column Mi Buenos Aires pequeño, in het juni-nummer van tangotijdschrift La Cadena.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten